Het asbestattest

Wat is het asbestattest?

Het asbestattest geeft aan hoe asbestveilig uw woning is. ‘Het doel is de koper goed te informeren over de asbesttoepassingen in de woning, over hun toestand en over hoe daarmee om te gaan’, zegt Jan Verheyen, woordvoerder van de Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij (OVAM), die het asbestattest aflevert. U krijgt dus ook advies over hoe u het kankerverwekkende asbest kunt beheren of verwijderen.

Asbest werd vanaf 1945 veel gebruikt in de bouw. Het zit in meer dan 3.500 toepassingen, waarvan golfplaten wellicht de bekendste zijn. Maar ook in dakleien, isolatie van verwarmingsleidingen, vinylvloeren, afvoergoten of keukenkasten werd asbest verwerkt, wegens slijtvast, isolerend, brandwerend én goedkoop. Maar de stof is ook kankerverwekkend.

Het asbestattest geeft aan hoe asbestveilig uw woning is. Let wel: asbestveilig is niet hetzelfde als asbestvrij.

Zolang asbest in een gebonden toestand verkeert, is er geen gevaar. Maar als het loskomt, kunt u de vezels inademen. Als uw lichaam ze opneemt, kunnen die vezels ziektes veroorzaken, zoals borstvlies-, buikvlies-, long- en strottenhoofdkanker.

Wanneer is het asbestattest vereist?

Het asbestattest is verplicht als de woning die u verkoopt of schenkt van voor 2001 is. Sinds dat jaar is het gebruik van asbest verboden. Gaat het om een recentere woning, dan is een attest dus niet nodig. Het is de eigenaar die moet bewijzen of het pand een recenter bouwjaar heeft.

Staat in uw tuin een schuur, een tuinhuis of een garage, dan moeten ook die gecontroleerd worden op de aanwezigheid van asbest, tenzij het gaat om constructies met een grondoppervlakte van minder dan 20 m2. Gaat het om meerdere kleine gebouwen die samen een grotere grondoppervlakte tellen, dan is het asbestattest wel vereist.

Ook als u een ouder appartement verkoopt, moet een asbestattest worden opgesteld. Voorlopig alleen voor het appartement en eventueel ook voor de garage of de private kelder. Voor de gemeenschappelijke delen geldt de verplichting pas vanaf 1 mei 2025.

Het attest moet er nog niet zijn wanneer u uw woning te koop zet. Pas bij de ondertekening van het compromis is het vereist. Zo niet kan de koper achteraf de nietigheid van de koop inroepen. Tussen het maken van een afspraak met een asbestdeskundige en de aflevering van het attest door OVAM zitten al snel twee weken. Wacht dus niet tot het laatste moment om dat document aan te vragen, want zonder attest geen verkoop!

Nog dit: vanaf 2032 moet elke woning van voor 2001 over een asbestattest beschikken, of ze nu te koop staat of niet. 

Wie doet de asbestinspectie?

Dat gebeurt door een gecertificeerde asbestdeskundige. Alleen die kan een asbestattest opmaken. Hij moet daarvoor een opleiding volgen, slagen voor een examen en aan minimumvoorwaarden voldoen inzake diploma of relevante ervaring.

Ook moet de deskundige op eer verklaren onpartijdig en onafhankelijk te zijn. Geslaagde asbestdeskundigen krijgen een certificaat van een door OVAM erkende certificatie-instelling. Die volgt de asbestdeskundige op via desk- en veldcontroles, kan sancties opleggen of een certificaat schorsen of opheffen.

Hoeveel kosten het attest en de inspectie?

‘Hoe meer asbestverdachte toepassingen en staalnames nodig zijn, hoe hoger de kostprijs’, zegt Eva Benijts, de CEO van het labo-analysebedrijf ECCA, dat momenteel zeven asbestdeskundigen telt. Voor een rijhuis mag u al snel rekenen op 500 à 600 euro, zonder btw (21%).

Voor de aflevering van het asbestattest vraagt OVAM een retributie van 50 euro. De asbestdeskundige betaalt die retributie aan OVAM en zal die verrekenen in zijn factuur aan de klant.

Wie zijn asbestattest via een Novas makelaar aanvraagt, zal merken dat een all-in prijs gehanteerd wordt, ongeacht het aantal stalen die de inspecteur dient te nemen. Dit betekent dat er geen meerkost zal aangerekend worden per staalname en dat we geen meerkost zullen rekenen voor het indienen van het OVAM dossier. Voor meer informatie hieromtrent kan je de Novas makelaar in jouw buurt gerust even contacteren.

 

 

 

Bron: www.tijd.be, www.vlaanderen.be